Verwijzers

Praktijk DOEN en ZIJN biedt een mooie aanvulling op zowel het reguliere als complementaire GGZ-aanbod. Inmiddels hebben psychologen, psychiaters, POH-GGZers de praktijk gevonden. Echter ook voor doorverwijzing via wijkteams of GGZ-instellingen is het aanbod geschikt. Groot voordeel is ook dat er geen wachtlijst is. Het aanbod wordt (deels) vergoed door veel aanvullende verzekeringen en gaat ook niet ten koste van het eigen risico. Schroom niet om te overleggen, als je een potentiële cliënt wilt bespreken.

‘Bij Gisela kan ik met een gerust hart cliënten verwijzen met diverse problematieken en alle leeftijden. Zij weet goed welke lijn ze uit moet zetten en past haar behandeling gericht aan op de cliënt. Ik geef kort uitleg over het soort aanbod wat zij aanbiedt dat bestaat uit ACT en/of beeldende therapie. Wanneer de cliënt graag van tevoren meer informatie wil, kan deze zelf bellen of ik laat Gisela bellen voor een vrijblijvend telefonische kennismaking.’

Veronique Westenberg, POH-GGZ, dr den Hollander in Barendrecht

‘Het voertuig van psychotherapie is de taal en deze is soms ontoereikend om in contact te komen met kwetsbare gevoelens. In samenwerking met Gisela van Sprang van praktijk Doen en ZIJN worden onze cliënten geholpen hun gevoelens en belevingen op experiëntiele wijze te benaderen. Dankzij de ruime ervaring van Gisela op psychologisch gebied (ACT), beeldende vorming en mindfulness kunnen onze cliënten vanuit deze verschillende methodieken hun gevoelservaringen exploreren.’

Caroline Nocera, psychotherapeut bij De Nieuwe Praktijk in Rotterdam

Over Praktijk DOEN en ZIJN

In praktijk DOEN en ZIJN kunnen kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen terecht met uiteenlopende klachten:

  • Emoties: moeite met herkennen en/of uiten van emoties, angst/paniekklachten, faalangst, somberheid/depressie, veel stress ervaren
  • Zelfbeeld: veel onzekerheid, niet opkomen voor jezelf, angst voor afwijzing, hechtingsproblemen
  • Vastzittende gedrag- en denkpatronen: moeite hebben met loslaten, vaak in je hoofd zitten, moeite hebben je intuïtie te volgen, perfectionistisch
  • Omgaan met trauma (kort of lang geleden) en verlies of herstel na ziekte
  • Gevoel van leegte, eenzaamheid of moeite om ‘voluit’ te leven

Wanneer in te zetten:
De therapie kan (zonder verwijzing) starten als los aanbod en ook als aanvullende therapie naast een andere vorm van behandeling. Ook wordt als voor- of natraject ingezet van een GGZ behandeling. Zowel ACT als beeldende therapie kunnen ingezet worden. Bij beeldende therapie wordt ook vaak gebruik gemaakt van gedragstherapie (CGT), emotieregulatie methoden (DGT), tekenbewegingsmethode (TBM), lichaamsbeleving- en mindfulness based interventies.

Specifiek beeldende therapie kan met name heel aanvullend werken naast een andere therapie:
Als cliënt het moeilijk vindt om over gevoelens te praten of wanneer cliënt vlug overspoeld wordt door gevoelens. Wanneer cliënt wel kan vertellen wat er aan de hand is of in woorden blijft ‘hangen’, maar daar weinig of geen gevoelens bij ervaart (niet kan/durf te voelen).

Contra-indicaties:
Ernstige gedragsproblemen, met het risico op (herhaling van) schade toebrengen aan materiaal en/of anderen; cluster A problematiek (paranoïde, schizoïde of schizotypische persoonlijkheid), psychotische stoornissen en schizofrenie – het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid kan men uit het oog verliezen.

Meerwaarde specifieke doelgroepen

Hieronder beschrijf ik hoe beeldende therapie en/of ACT een meerwaarde kan zijn voor specifieke doelgroepen.

Lichaamsbelevingsopdrachten en bewustwordingsopdrachten (mindfulness based):
Starten met de aandacht gericht op zintuiglijke (sensorische) ervaringen. Terug naar de basis (pré-verbaal) en tegelijk bewust worden van eigen grenzen én mogelijkheden (hechting, zelfbeeld/identiteit, stressklachten).

Emotieregulatie methoden en DGT (Dialectische gedragstherapie):
Is vooral gericht op het leren herkennen, verkennen en uiten van emoties. Impulsiviteit en stemmingsproblemen verminderen door aandacht te trainen in het hier-en-nu. Je leert: Ervaringen observeren en aanwezig te zijn bij wat je doet. Ook niet-veroordelen en je richten op 1 ding. Gevoelens uiten en toe staan; beleven ipv uitleven (bij angst, stemming, persoonlijkheidsproblematiek).

Expressie opdrachten en TBM (Tekenbeweging methode):
Een eerste stap is soms om letterlijk in beweging te komen, actief te worden, materiaalkeuze te maken, snel en langzaam of tweehandig te werken. De tweede stap kan dan gericht zijn op ruimte innemen, uit te proberen, van klein naar groot te werken, (kinderlijke) speelsheid in te zetten, angsten overwinnen, flexibiliteit te vergroten. Als derde stap kunnen gevoelens geuit worden met specifiek materiaal en ook kunnen (kleine) trauma’s een plek krijgen via verwerking (bij angstklachten, depressie, trauma/rouw).

ACT:
Laagdrempelige invalshoek om flexibeler te worden en meer veerkracht te ontwikkelen. Door ACT te beoefenen via creatieve materialen ontstaat er een speelsheid en kan geëxperimenteerd worden met ander gedrag. Ook leer je meer aandacht te hebben voor wat zich nu feitelijk afspeelt en beter te kunnen focussen op zaken die belangrijk zijn (bij hardnekkige denkpatronen, vermijding, stress- en burn-outklachten).

Cognitieve gedragstherapie in het werken met materialen:
In de ervaring met materialen kan je heel concreet eigen gedachtegang leren herkennen en onderzoeken om vervolgens bijvoorbeeld helpende gedachten in te zetten. Ook planmatiger leren werken kan je helpen te ordenen, meer rust te ervaren en ook er voor zorgen dat gedachten niet zo overheersen (bij autisme, adhd oa).